Het klooster van Sénanque werd gebouwd door de monniken van Mazan in 1148. Dit is overigens een beetje misleidend, want de bouw ging pas van start in 1150. Zelfs toen moest de bouw een tijdlang op zich wachten, want de financiële middelen van de monniken waren niet voldoende. Om toch de financiering van het klooster voor elkaar te krijgen, hebben de monniken zich volledig gestort op de landbouw van wijn. Uiteindelijk werd het gebouw afgemaakt in 1180 en konden de eerste monniken intrekken.
Door de godsdienstoorlog werd het klooster gedeeltelijk verwoest en moesten de overlevende monniken het verlaten. Tijdens de Franse Revolutie werden de meeste kloosters benut als boerenbedrijven en kwamen er pas weer begin 19e eeuw nieuwe monniken wonen. Deze moesten een kleine honderd jaar later weer weg vanwege nieuwe wetgevingen omtrent religieuze ordes. Gelukkig voor iedereen werd het klooster in 1969 een cultuurhistorisch centrum, waardoor het bewaard is gebleven. In 1988 trokken weer de eerste cisterciënzer monniken in.
Hedendaags wordt het klooster bewoond door de eerder genoemde monnikengemeenschap van de orde der Cisterciënzers. Deze bieden dan ook wekelijkse rondleidingen aan om het klooster, de kerk, de opvangplaats, de gangen en de prachtige lavendelvelden te bezichtigen. Houd er wel rekening mee dat deze rondleiding alleen in het Frans wordt gegeven en dat er maar een aantal bezoekers kunnen deelnemen. Je kunt ook zonder rondleiding door de tuinen en lavendelvelden heenlopen. Er wordt dan wel gevraagd om stil te zijn en gepaste kleding te dragen. Dit is 100% de moeite waard, ook in de hete Franse zon. De stilte in combinatie met de geur van de lavendelvelden en de schitterende omgeving geeft je een soort innerlijke rust die niet met woorden is te omschrijven.